René Schrama - lams- en schapenboer
Tegenover de Marché ligt een idyllisch boerderijtje. Het is bereikbaar met een pontje, en op de dijk staan schapen en lammeren rustig te grazen. Op deze bijzondere plek woont lams- en schapenboer René Schrama met zijn vrouw Susan. We vroegen hem naar zijn verhaal, en waarom zijn lamsvlees zo heerlijk smaakt.
Liefde voor schapen
“Ik ben een boerenzoon, en heb altijd specifieke interesse gehad in schapen. Ik vind het een heel vriendelijk dier – we begrijpen elkaar gewoon. Mijn vader en broer werkten vooral met koeien, maar het was voor mij al snel duidelijk dat ik ooit schapen zou gaan houden. In eerste instantie waren dat er slechts tien bij mijn huis. Ik werkte toen nog als verpleger. Maar toen de stallen van mijn broer in Amsterdam Zuidoost vrij kwamen ben ik daar met mijn andere broer op grotere schaal schapen gaan houden. Er is daar een recreatiegebied met agrarische bestemming, dus nu pachten we zo’n 20 hectare van Groengebied Amstelland.
Het kamper lam
Daar staan ongeveer 225 schapen en lammetjes. Zodra het mooi weer is gaan de dieren naar buiten. Daar hebben ze alle ruimte om te grazen en vrij rond te lopen. Ik kruis graag Swifter met Texelaar schapen. De lammeren die hieruit voorkomen worden ook wel Kamper lammetjes genoemd. Dit zijn mooie vleeslammeren met een goede vetbedekking. Het meest bijzondere van mijn vak vind ik het buitenzijn, en de vrijheid. Niemand die je vertelt wat je moet doen. En natuurlijk het contact met de dieren – daar draait het uiteindelijk om!”